Eindredactie door Ciska Molenaar
Het leven na topsport: Anicka van Emden

1
Aan alles komt een einde; ook aan topsport. Na jaren van hoge inspanning, afzien en prestatiedruk kan een topsportcarrière soms heel abrupt eindigen. Sommige sporters vallen in een zwart gat, terwijl anderen een tweede leven beginnen. Wie zijn zij als de topsport ophoudt? En hoe ervaren zij het leven buiten de schijnwerpers?
“Mijn leven is wat ‘gewoner’ geworden. Vroeger was er veel actie door de tripjes naar het buitenland. Nu heb ik een fulltimebaan en onderneem ik dingen met vrienden. Het rustige leven bevalt mij wel. Ik voel me nu echt content. Ik mis het topsportleven dan ook niet, hoewel ik af en toe wel terugdenk aan de Olympische Spelen. Met judo ben ik volledig gestopt, omdat ik het geen geschikte sport vind om recreatief te doen. Bij judo val je veel. Als je dat niet meer dagelijks doet, is dat best pijnlijk. Dat vind ik niet fijn. Daarnaast passen de recreatielessen binnen de judosport niet bij mij; daar doen voornamelijk houterige vijftigplussers met een witte band aan mee. Het is óf de recreatielessen óf trainen tussen de topsporters. Maar ook tussen de topsporters pas ik niet meer. De tijd van tweehonderd burpees doen en sprintjes trekken, is voor mij wel voorbij. Nu werk ik vier dagen per week in het ziekenhuis, kook ik bij thuiskomst en drink ik ’s avonds een wijntje met mijn vriend. In het weekend is er ruimte om leuke dingen te ondernemen, zoals feestjes, terrassen of de stad in gaan. De ruimte voor sociale activiteiten was er gedurende mijn topsportcarrière veel minder, dus daar geniet ik volop van.”